De geschiedenis van de Ragdoll

Het ontstaan van de Ragdoll is een lang verhaal en begint in 1963 in Riverside, California met de kat Josephine. Ze was een witte Turkse Angora kat van de familie Pennels en ze had al meerdere nestjes gekregen van kittens die van karakter veelal zoals haar zelf waren. Op een dag werd Josephine aangereden door een auto en werd door de Pennels naar de universiteit gebracht voor verzorging . Hierdoor moest Josephine die gewoon was buiten te zijn een tijdje binnen blijven om te kunnen herstellen van het ongeval. Al snel werd Josephine terug zwanger en dit nestje kittens was opmerkelijk rustiger en socialer dan haar vorige nestjes. Er zijn verschillende verhalen over waarom in dit nestje kittens zo rustig waren , er word zelfs vertelt dat er een genetische manipulatie is toegepast op Josephine in de universiteit maar dit lijkt mij veel te ver gezocht.

 

De buurvrouw van de familie Pennels , wiens naam Ann Baker was kreeg meer en meer interesse voor de kleuren en het zachtaardige karakter van de kittens.  Doordat ze zelf met perzische katten kweekte zag ze het idee voor haar Cattery  genaamd "Raggedy Ann" en de start van een nieuw kattenras met een speciaal zacht karakter.

Het ragdoll ras start met Josephine, Beauty, haar zonen Blackie en "Daddy Warbucks en haar dochter "Buckwheat". De vader van Daddy Warbucks was Beauty, een kat die leek op de sacred cat of Birma bij ons beter bekend als het kattenras "Heilige birmaan" en de vader van Buckwheat was de oudere eigen zoon van Josephine die Blackie genaamd was. Blackie was een bruin-zwarte perzische kat.

 

Daddy Warbucks (zoon van Josephine en Beauty) was een seal point mitted met blaze en een witte punt aan het uiteinde van zijn staart en Buckwheat ( dochter van Josephine en Blackie )was een zwarte halflang harige kat. Josephine en haar zoon "Daddy Warbucks" hebben dan samen een nestje gekregen en hieruit is Fugianna geboren, ze was een seal bicolor. Buckwheat vertegenwoordigde voor Ann Baker de donkere lijn en Fugianna de lichte lijn van kleuren waar Ann veel belang aan hechte.

Uit de combinatie van Daddy Warbucks en Fugianna is een nestje van 4 geboren, 2 solid en 2 point gekleurde kittens. De 2 solid kittens kregen de namen Gueber en Mitts en de 2 point gekleurde kittens werden Raggedy Ann Kyoto en Raggedy Ann Tiki genoemd en opgenomen in Ann Baker's kweek programma.

Beide Raggedy Ann Kyoto en Raggedy Ann Tiki waren seal point mitted maar Kyoto had een veel groter deel donker gekleurd in zijn gezicht dan zijn zus Tiki. De 2 solid kittens , Gueber en Mitts , waren niet de enige kittens die volgens Ann Baker niet geschikt waren voor haar kweek programma .

De meeste nestjes zoals gewoon is voor katten bestond uit meerdere kittens maar vaak is er maar 1 of 2 kittens per nestje geregistreerd als Ragdoll terwijl geweten is dat er veel meer nakomelingen zijn van Josephine en haar zoons en dochters die ook allemaal hetzelfde genetische DNA meedragen van hun ouders.

Bij de katten die opgenomen waren in haar kweek programma hoorde natuurlijk ook een naam en doordat de katten , als je ze optilt onder de buik , hun laten hangen als een lappenpop kwam de naam Ragdoll naar voor . De letterlijke betekenis van Ragdoll is lappenpop en deze naam doet hun ook echt wel eer aan want dit klopt volledig.

Als je ze correct optilt blijft een Ragdoll echt wel een heel aardig tijd als een lappenpop hangen zonder tegen te stribbelen zoals andere katten al heel snel doen.

Ann Baker heeft hierna veel brieven en aanvragen gestuurd naar katten verenigingen met de vraag om de katten in haar kweek programma op te nemen als geregistreerde ras katten met de naam Ragdoll maar kreeg veel weigeringen .

Tot op 30 December 1966 de vereniging NCFA haar aanvraag goedkeurde en de Ragdoll werd erkend als ras.

De eerste katten die geregistreerd werden met een registratienummer als Ragdoll bij NCFA waren Daddy Warbucks met nummer 66-0577-6 , Raggedy Ann Tiki  66-0578-6 , Raggedy Ann Kyoto  66-0579-6  en Fugianna  66-0580-6.

Ann baker was kweker en eigenaar van Raggedy Ann Kyoto en Raggedy Ann Tiki maar bij Daddy Warbucks en Fugianna was bij kweker de naam van Merle Pennel vermeld en als eigenaar Ann Baker.

In het begin van 1969 heeft Ann dan het 1ste kweek koppel verkocht aan Denny en laura Dayton die ook in California woonden en de namen  Raggedy Ann Rosie en Raggedy Ann Buddy kregen.

Veel van de tegenwoordige Ragdolls zijn nog steeds afkomstig van de nakomelingen van de Cattery Blossom-time van Denny en Laura Dayton omdat ze samen werkte met Ann Baker aan het kweek programma van de Ragdolls en om de erkenning van het ras bij de verenigingen te krijgen en bekend te maken voor het publiek.

Doordat Ann voelde dat ze de controle over het kweken van het ras zou verliezen nadat er al meerdere kweek koppels verkocht waren aan verschillende andere Cattery's heeft Ann haar eigen katten vereniging opgestart, de International Ragdoll cat Assosiation (IRCA) en werd geregistreerd als bedrijf in September 1971.

Op 19 December 1975 werd dan de patent aanvraag goedgekeurd voor de bescherming van de naam Ragdoll. Dit patent had Ann aangevraagd ter bescherming van de naam Ragdoll en zodat aan alle cattery's die met haar katten onder de naam Ragdoll kweekte en per gekweekt kitten een franchise kon gevraagd worden. Het liep zo enorm hoog op dat er zelf prijzen van 1000 dollar voor de koop van een kweek koppel werd aangerekend en daarboven op 1500 dollar franchise.

Blanche Herman

In 1972 raakte Blanche Herman geïnteresseerd in de Ragdoll. In 1973 kocht ze haar eerste fokpaar van Ann Baker. Ze betaalde $ 3500 voor de katten. Ze moest toen $ 1500 betalen om in de franchise te stappen. Dus haar fokpaar kostte $ 5000. Toen kocht ze nog 4 Ragdolls. Haar Ragtime cattery was een feit.

In 1974 ontmoette ze de Daytons. Ze realiseerde zich al snel dat de toekomst van de Ragdoll bij de Daytons lag en niet bij Ann Baker.

Ze werd erg actief binnen de Ragdoll Society (nu de Ragdoll Fanciers club). Ze toonde haar Ragdolls in verschillende verenigingen zoals CFA, CFF, TICA en ACFA. Ze werkte hard om de Ragdoll erkend te krijgen binnen ACA, ACFA en TICA.

Veel van de katten van vandaag hebben nog steeds Ragtime-voorouders in hun bloedlijnen.

(Bron: Ragdoll Historical Society, History & Development of the Ragdoll Breed, Ragdoll History 1969 -1975)

 

 Alleen kwekers die met haar katten kweekte en de franchise betaalde mochten lid worden van haar eigen katten vereniging. Hierdoor konden Denny en Laura Dayton het niet eens worden met Ann Baker zoals ook meerdere andere kwekers en werd hun samenwerking stopgezet.

De Daytons moesten geen franchise betalen aan Ann omdat ze hun Ragdoll kweek koppel van haar hadden gekocht voor de patent aanvraag. In 1976 heeft Ann dan beslist om de franchise stop te zetten omdat meerdere kwekers het niet met haar eens waren over de franchise en IRCA begonnen te verlaten.

De strenge kweek beperkingen bleven wel bestaan en zo mocht er niet met Ragdoll gekweekt worden die niet bij IRCA waren aangesloten. In 1994 heeft zich dan een groep van kwekers die Ragdolls van Ann hadden en lid waren van haar vereniging los gewrongen van de strenge kweek beperkingen en gaven een nieuwe naam aan hun katten, de Ragamuffin. Dit waren originele Ragdolls van TRCA die verdere inkruisingen hebben gekregen met Perzische, Siamese en Birmaanse katten en later ook weer vele generaties met originele Ragdolls en zo zijn de verschillende kleuren en patronen ontstaan die we tegenwoordig in de meeste Ragdolls terugzien.

Blanche Herman

De Daytons

BLOSSOM TIME RAGDOLLS

FLOPPY (BICOLOUR), LOVEABLE (MITTED) EN PIP (COLOUR POINT)

De eerste stappen
op Europese bodem

Pat Brownsell was een fokker van Siamese katten en was de eerste die de Maine Coon naar Engeland importeerde. Ze had een artikel gelezen over een nieuw kattenras. In 1980 toonde ze het artikel aan haar vriendin Lulu Rowley. Beide dames maakten snel plannen om Ragdolls te kopen.

In het begin was het erg moeilijk om in contact te komen met Amerikaanse fokkers. Uiteindelijk kwamen ze in contact met de Daytons. Ze gaven Pat en Lulu informatie over de zorg. Ze gaven ze een genetische kaart en een boek geschreven door Laura Dayton, “The Lovable Ragdoll”.

Blossom-Time Lad (seal color point) en Blossom-Time Lass (seal mitted) waren de eerste Ragdoll-kittens die in Europa te recht kwamen. Blossom-Time Prim (seal color point) en Blossom-Time Proper (chocoladekleur) kwamen later naar Engeland. De Ragdolls moesten 6 maanden in quarantaine blijven. Deze Ragdolls gingen naar de cattery Petil-Lu van Lulu Rowley. Toen ze nog in quarantaine waren, beviel Lass van 3 kittens op de avond van het huwelijk van Prins Charles en Lady Diana.

Lulu besloot haar Ragdolls in Londen te laten zien. De BBC gaf de eerste Ragdolls een half uurtje zendtijd. Al snel kon Lulu niet meer aan de vraag voldoen en werden er nog 6 Ragdolls ingevlogen. Prim en Proper gingen toen naar Pat Brownsell van cattery Patriarca. Veel van de Ragdolls hebben nog steeds Patriarca in hun bloedlijn. Al snel werd duidelijk dat men niet meer aan de vraag kon worden voldaan. Daarom zijn er nog meer Ragdolls ingevlogen.

Vanaf daar vindt de Ragdoll zijn weg door Europa.

(Bron: Ragdoll Historical Society, History & Development of the Ragdoll Breed, Ragdoll History, Ragdoll History 1981 – 1985)
(Bron: Ragdoll Historical Society, History & Development of the Ragdoll Breed, Early UK Ragdoll History)

PAT BROWNSELL

PATRIARCA

DE EERSTE EUROPESE RAGDOLLS

BLOSSOM TIME PROPER EN PRIM

De erkenning in de Fife

In 1991 werden de eerste Ragdolls, bicolours, binnen de Fife erkend in de traditionele kleuren seal, blue, chocolate en lilac. In 1997 werden de colour points erkend en in 1999 de mitted. Pas in 2005 werd door het harde werk van enkele fokkers zoals Marian Groenendijk de kleuren red, cream, tortie en tabby variëteiten erkent. In 2010 werd de Ragdoll gezien als een Siamees Point ras wat er voor zorgde dat de Solid, Mink en Sepia Ragdolls niet erkend werden. In 2011 werd de rasstandaard voor de laatste keer veranderd. 

http://ragdollhistoricalsociety.com

Sepia en Mink Ragdoll



De Mink en Sepia Ragdoll zijn sinds december 2012 voorlopig erkend in Nederland. Deze voorlopig erkenning is te danken aan een liefhebber die het niet eerlijk vond dat ze met haar mink Ragdoll niet mocht showen op shows, terwijl haar kat toch een echte Ragdoll was, met stamboom en al.

De voorlopige erkenning is gegeven door de Federatie Nederlandse Kattenverenigingen (FNK) en is enkel geldig bij de onafhankelijke verenigingen. Dankzij de voorlopige erkenning is het mogelijk Mink en Sepia Ragdolls uit te brengen op shows en binnen Nederland volwaardige stambomen aan te vragen. Het aanvragen van volwaardige stambomen was eerder al mogelijk in België, ondanks dat ze daar niet erkend zijn, ook niet voorlopig.

De voorlopige erkenning is 5 jaar geldig. In die 5 jaar hebben fokkers en liefhebbers de gelegenheid een mooie en diverse populatie op te bouwen waarmee een erkenningsshow georganiseerd kan worden. Als met deze katten tijdens die show voldaan wordt aan de regels voor erkenning, wordt de voorlopige erkenning omgezet in een definitieve erkenning en krijgen de Mink en Sepia Ragdoll de CAC status binnen de onafhankelijke verenigingen. Ze kunnen dan dus kampioen worden wat nu nog niet mogelijk is, omdat een voorlopige erkenning geen CAC status met zich meebrengt.

We hopen dat de erkenningsshow binnen nu en een jaar gerealiseerd kan gaan worden. Hier wordt hard aan gewerkt door fokkers en de werkgroep erkenning mink en sepia Ragdoll.

De uiterlijke kleur typeringen van de Ragdoll

Een kat die zich in de armen van zijn baasje echt laat hangen.

Zijn vacht is halflang, zijdezacht en klit normaal gesproken niet. Point Ragdoll kittens worden spierwit geboren waarna de kleuren langzaam duidelijk worden. Pas rond het derde jaar is hij uitgegroeid en uitgekleurd. Katers wegen dan tussen de 5 en 10 kilo, een volwassen poes weegt ongeveer 3 tot 6 kilo.

Ragdolls vallen onder de pointkatten, Colourpoint. Dat wil zeggen dat de points, dus de oren, poten, staart en masker zijn gekleurd terwijl het lichaam lichter gekleurd is. Point Ragdolls hebben blauwe ogen.

De kleuren van de Ragdoll zijn Seal, Blue, Choclate, Lilac, Red, Creme en Tortie, al deze kleuren komen ook in lynx (tabby) voor.

De Ragdoll komt voor in drie hoofdvariëteiten, namelijk Colourpoint, Mitted en Bi-colour.

Colourpoint: Masker, oren, poten en staart zijn gekleurd. Lichaamskleur is lichter, crèmekleurig. De borst is meestal lichter dan de rest van het lichaam. Een Colourpoint mag absoluut geen wit hebben.

Mitted: Mitted betekent gehandschoend. Bij een Mitted zijn de Points gekleurd. Daarnaast heeft de Mitted witte sokjes aan de voorpoten en hogere laarsjes op de achterpoten. Van de kin tot aan de staartinplant loopt een witte streep, de zogenaamde buikstreep. Sommige Mitteds hebben een witte bles op hun neus.

Bi-colour: Het masker is gekleurd, maar bevat een omgekeerde, witte "V". Staart en oren zijn gekleurd. Kin, borst, buik en poten zijn wit.

Bicolor

Zoals te zien op bovenstaande foto, zijn er meerdere verschillende soorten bicolors. Op de stamboom zullen ze allemaal bicolor worden genoemd. De high mitted (HM) en de true bicolor lijken veel op elkaar. Dit verschil is eigenlijk alleen te zien, qua genen. De HM is namelijk een combinatie tussen twee mitted of tussen een mitted en een HM. Terwijl een true bicolor in de combinatie met een point, ook bicolor kan geven. Wat dan weer een true bicolor is. 

Ragdoll Varieteiten,

Naast de Pointed kittens , krijgen ook Mink, Sepia en Solid Ragdolls steeds meer bekendheid.

 

Sepia en mink ragdolls

De extremiteiten (kop, poten, staart) van mink Ragdolls zijn gelijk aan die van de point Ragdolls, echter, de vachtkleur is donkerder en warmer van kleur dan die van point Ragdolls. De ideale oogkleur is aqua-achtig, varierend van licht tot wat donkerder aqua, maar ook blauwe ogen komen voor. De genen die voor het mink zorgen zijn een point gen (cs) in combinatie met een sepia gen (cb).

Ook de extemiteiten van sepia Ragdolls zijn gelijk aan die van de point Ragdolls. Het verschil tussen de points en de vachtkleur is minimaal, maar wel aanwezig.

De ideale oogkleur is geelachtig, maar aqua, blauw en oddeyed (twee verschillende kleuren ogen) komt ook voor.

Twee sepia genen maken een sepia Ragdoll.

Een sepia Ragdoll in combinatie met een point Ragdoll geeft alleen mink Ragdoll kittens.

In tegenstelling tot point kittens worden mink en sepia kittens al wat gekleurder geboren.

Het wit (bij mitteds en bicolors) is doorgaans gelijk bij de geboorte of hooguit een paar dagen na de geboorte al te zien.

Solid ragdolls

 De solid of self colored Ragdoll, ook non-pointed Ragdoll genoemd. Heeft een volle vachtkleur (zonder points) die, gelijk de point- mink- en sepia Ragolls, in elke kleur en dezelfde varieteiten voorkomt. 

De Oogkleur is bij voorkeur groen maar oranje, goud en odd-eyed is ook mogelijk. De kittens worden gekleurd geboren.